Afgelopen donderdag heeft het COA landelijk een persbericht verspreid. Als Wijkraad kregen we de vraag waarom de plannen voor het AZC aan de Deventerstraat doorgaan.
Deze vraag hebben we gesteld aan de gemeente. Hieronder hun reactie,
“Van belang is dat het afbouwen een zorgvuldig proces is dat in stappen verloopt zoals is aangegeven in het bijgesloten persbericht. Zo is onze tijdelijke noodopvang ook definitief gesloten nu het jaarcontract tussen COA en de huurder afloopt in juli 2017. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld bestaande locaties met kortlopende huurcontracten of kortere overeenkomsten met de betreffende gemeenten, bijv voor 5 of 10 jaar. Deze komen nu eerst in beeld voor sluiting. Dit proces moet nog verder doorlopen worden. In Apeldoorn gaat het om een structurele (permanente) locatie die door het COA wordt aangekocht. Deze locatie is dus minder afhankelijk voor pieken en dalingen in de instroom. Vooralsnog heeft het COA niet aangegeven dat zij niet verder willen investeren in deze locatie. De gemeente Apeldoorn maakt de plannen alleen mogelijk (faciliteert); de gemeente investeerd zelf geen geld in deze locatie. De gemeente ondersteund in de communicatie en doorlopen de noodzakelijke planologische procedures.”
Hieronder het Persbericht COA
Nieuwe maatregelen asielopvang noodzakelijk
RIJSWIJK – Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) treft opnieuw maatregelen om de beschikbare asielopvangcapaciteit te verlagen en af te stemmen op de benodigde capaciteit.
Er is nog steeds sprake van een overmaat aan opvangplekken doordat minder mensen in Nederland de asielprocedure doorlopen. Er komen minder asielzoekers naar Nederland en de instroom bestaat momenteel grotendeels uit nareizigers en relocanten die niet of korter gebruik maken van de opvang tijdens het doorlopen van de asielprocedure. Daarnaast is de uitstroom van vergunninghouders naar gemeenten substantieel toegenomen en moeten veel vreemdelingen weer vertrekken omdat zijn geen recht hebben op een vergunning. Op dit moment verblijven er 24.000 mensen in de centrale opvang, terwijl er meer dan 45.000 plaatsen beschikbaar zijn. De lagere bezetting en de verwachtingen ten aanzien van de instroom zijn voor het COA aanleiding om het aantal opvangplaatsen verder terug te brengen.
Vorig jaar zomer werd de noodopvang afgebouwd, vanaf het najaar zijn een aantal trajecten voor nieuwe locaties stopgezet en is besloten om locaties waarvan de contracten aflopen niet te verlengen. Nu wordt ook gekeken naar bestaande locaties. Uiteraard zal deze stap ook personele consequenties hebben. Het COA bestuur zal in de komende periode een nadere uitwerking maken in overleg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en betrokken gemeenten. De opvangcapaciteit wordt gefaseerd teruggebracht, waarbij steeds wordt gekeken naar de ontwikkelingen van de instroom.
Criteria
Er wordt daarbij zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenredige spreiding over het land ten behoeve van het asielproces, de doorstroom van statushouders naar gemeenten en snelle integratie. Ook wordt ook gekeken in hoeverre er flexibiliteit in de opvangcapaciteit kan worden gerealiseerd om in tijden van hogere instroom snel te kunnen beschikken over extra opvangplekken. Kwaliteit en duurzaamheid zijn ook criteria die steeds belangrijker worden. Uiteraard is ook de financiële component van belang.
Samenwerking
COA bestuursvoorzitter Bakker vindt het belangrijk dat de verschillende regietafels in het land nauw zijn betrokken bij dit traject. “We zijn samen ingrijpend gegroeid, dan is het ook belangrijk dat we ook samen weer afschalen. We hebben veel van elkaar geleerd en daarom houden we ook bij deze beweging lokaal betrokken partijen dichtbij. Gemeente, vrijwilligers en omwonenden van locaties. Wij trekken niet zomaar de deur achter ons dicht, want we hebben elkaar weer nodig als het aantal asielzoekers onverwacht weer zal groeien.”
Het werk van vrijwilligers blijft nodig, zowel in de opvang als daarbuiten, Bakker realiseert zich dat erg goed. “Het is erg belangrijk voor onze bewoners en we gaan kijken in hoeverre deze netwerken een rol kunnen blijven spelen bij de begeleiding van vergunninghouders die hun leven in de Nederlandse maatschappij beginnen.”
De verwachting is dat het COA begin mei een eerste besluit neemt over aantallen en specifieke locaties.